GroningenBorgsweer | |
| |
BorgsweerHet Groningse Borgsweer is bij uitstek een gebied voor pootaardappelen; de zeeklei heeft de juiste karakteristieken voor het telen van dit gewas. Echter, door de aanwezigheid van Bruinrot in het oppervlaktewater geldt een beregeningsverbod. De verwachting is dat Bruinrot afsterft na verblijf in de ondergrond. Het opgeslagen regenwater kan dan worden gerbuikt voor bereging. De pilot Borgsweer vindt plaats op het perceel van de pootaardappelteler Noordam. Het betreft een perceel van 1,5ha met wisselteelt waaronder pootaardappelen op zware zavel.
Er zijn tijden dat het regent in Nederland, veel regent. Dit water wordt met drains opgevangen die uitmonden in een verzameldrain. Water van voldoende kwaliteit gaat naar de filter. Het schone water wordt ondergronds geïnfiltreerd, en duwt zo het zoute grondwater weg. Als er nog gewasbeschermingsmiddelen en bacteriën zoals Bruinrot in het water zitten wordt dit door de bodem schoongefilterd. In een droge periode, wanneer er niet voldoende zoetwater is kan de agrariër putten uit de ondergrondse zoetwatervoorraad onder zijn perceel. Via druppelirrigatie komt het water samen met toegevoegde nutriënten dan bij de planten.
Opvangen, opslaan & gebruikenHet systeem, een combinatie van innovatieve technieken, biedt handelingsperspectief door zelfvoorzienende zoetwaterberging en waterzuivering in de bodem. Opvangen van drainwater beperkt de afvoer van nutriënten en bestrijdingsmiddelen naar oppervlaktewater. Ondergrondse opslag dient voor het opslaan van zoet water, maar juist ook voor afbraak van nutriënten (en vastleggen ervan) en bestrijdingsmiddelen. En, naar verwachting voor het afsterven van ziektekiemen zoals Bruinrot. Het toepassen van druppelbevloeiing resulteert in zuiniger gebruik van zoetwater en opbrengstverhoging.
BruinrotBruinrot is een aardappelziekte die via beregening uit oppervlaktewater wordt verspreidt. Besmetting van de pootaardappels wordt tegengegaan door middel van een beregeningsverbod voor aardappelen. In droge perioden leidt dit echter tot verdroging en bladverbranding van de aardappelplant, wat uiteindelijk oogstverlies betekent. Met behulp van ondergrondse opslag biedt mogelijk perspectief om in de toekomst te kunnen beregenen – namelijk met het opgeslagen water. Door de verblijftijd in de ondergrond sterft, zo is de verwachting, de Bruinrotbacterie af en is het water geschikt om in droge tijden te worden gebruikt. Dit aspect wordt samen met de NVWA nader uitgewerkt in een andere proef.
< Terug naar overzicht Groningen Bekijk ook Groningen: Hornhuizen > |
Bericht | ContactAcacia Institute Van Hogendorpplein 4 2805 BM Gouda
| Nieuwsbrief | Zoeken |